De Geertekerk – Toen tot Nu
De eerste vermelding van de Geertekerk is te vinden in een geschrift uit de 13e eeuw. In die tijd, voor het graven van de singel, stond de kerk op een plek tegenover de huidige locatie. Aangenomen wordt dat zij daar al stond toen de stadsmuur verrees, die het dorp doorsneed waarvan deze eerste Geertekerk het godshuis was. De stadsmuur kwam omstreeks 1150 gereed.
De oudst bekende vermelding over de Geertekerk is te vinden in een ongedateerd stuk waarin wordt beschreven dat een zekere Lodewijk, domproost te Utrecht, vier parochiekerken aan het kapittel van de Dom schenkt. De datum van dit stuk moet 1204 of 1217 zijn, aangezien alleen in deze beide jaren een domproost met de naam Lodewijk in Utrecht bekend is.
De toen genoemde Geertekerk is echter niet het huidige gebouw, maar een kerk gelegen buiten de stadsmuren. Het ligt voor de hand dat hij daar al stond vóór 1140, het jaar dat men begonnen is met de ommuring van de stad. Zou de kerk van later datum zijn, dan zou hij zeker niet buiten de veiligheid van de stadsmuren zijn gebouwd, maar daarbinnen.
De vermoedelijke locatie is aan de overkant van de singel, ongeveer midden op het terrein waar nu het appartementencomplex “Der Enghlen Schilt”, het voormalige Academisch Ziekenhuis, is gelegen. Er moet daar een klein dorpje zijn geweest, waarvan de Geertekerk het godshuis was. In twee schenkingsbrieven uit 1231, resp. 1247 en in een koopakte van 1248 wordt nog steeds gesproken van de buiten de muren staande kerk.
Op 12 dec.1259 draagt bisschop Hendrik van Vianden het oude kerkhof van “St.Gertrude-buiten-de-muren” over aan de Duitse Orde “nadat de vroegere kerspelkerk aldaar afgebroken en naar een meer geschikte plaats binnen de muren der stad op een nieuw kerkhof was overgebracht en gesticht geworden”.
In dat jaar staat de Geertekerk dus binnen de muren van de stad, op haar huidige plaats. Aangezien met de afbraak en wederopbouw wel enkele jaren gemoeid zullen zijn geweest, kan worden aangenomen dat het huidige gebouw dateert uit de periode 1255-1259.
In die periode bestond de kerk uit een eenvoudige romaanse hal op de plek van het schip van de huidige kerk. De kerk werd, mogelijk wegens de spanningen die in die tijd bestonden tussen Holland en het Sticht (waardoor de stad meermalen werd belegerd), verplaatst naar binnen de muren (dus gesloopt en opnieuw opgebouwd), met gebruikmaking van de stenen en ornamenten van het oorspronkelijke gebouw.
In de 14e eeuw werd de romaanse hal uitgebouwd met achtereenvolgens een toren en, in gotische stijl, het koor, het transept en de zijbeuken. In de daarop volgende eeuw kreeg de kerk haar huidige vorm.
In de loop van de tijd heeft de kerk diverse aanbouwen gehad die thans vrijwel allemaal weer zijn verdwenen.
Omstreeks 1400 is aan de zuidzijde van het koor een kluis gebouwd, waarin als eerste Agnes van Zantwijk heeft gewoond en vele kluizenaressen na haar. Omstreeks 1850 werd de kluis bestemd tot brandspuitenhuisje en in 1943 is hij gesloopt.
Op de plaats van de huidige kosterswoning is al in de 16e eeuw een kleine aanbouw aan de noordzijde van de noordkapel tegen de toren gebouwd, die samen met de kapel tot één woning werd ingericht. Bij de laatste restauratie is de kapel weer in zijn oorspronkelijke vorm hersteld en is een nieuwe kosterswoning gebouwd. Tegen de zuidzijde van de kerk zijn in 1715 een vijftal woningen gebouwd, maar alweer enige tientallen jaren later verwijderd, omdat vanwege het slechte onderhoud van deze woningen het gebouw schade ondervond. Verder waren er vele graven en grafkelders in de kerk aanwezig, die alle zijn verwijderd bij de laatste restauratie. Alleen tegen de buitenmuur van de noordelijke kapel tegen de toren is nog een massagraf uit de 17e eeuw aanwezig waarin de slachtoffers van een pestepidemie zijn begraven. Er wordt melding gemaakt van een bierkelder onder de toren en vermoedelijk is er ook ooit een ruimte onder de sacristie geweest. In de buitenmuur van de sacristie zijn nog sporen van een keldertoegang of kelderraam aanwezig.
De geschiedenis van de Geertekerk is veelbewogen. Zo was het het eerste gebouw dat door de Beeldenstorm getroffen werd (24 augustus 1566). Toen bleef de schade nog beperkt, maar in 1581 werden de beelden en altaren radicaal uit de kerk verwijderd. Het gebouw is in de loop der eeuwen meerdere malen gebruikt als onderkomen voor legeronderdelen. In 1855 diende het als opvangcentrum voor de slachtoffers van een dijkdoorbraak bij Veenendaal. De Veenendalers hebben ongeveer 4-6 weken in ons gebouw gebivakkeerd.
In de 19e eeuw waren er plannen om de kerk af te breken. Rond 1930 leken deze plannen hun beslag te gaan krijgen.
Door het uitbreken van de tweede wereldoorlog kwam daarvan gelukkig niets terecht. Uiteindelijk werd de Geertekerk in 1954 door de Hervormde Gemeente Utrecht verkocht aan de Remonstranten. Zoals te zien is op de foto hiernaast was het gebouw toen een ruïne zonder dak. Door restauratie onder leiding van de architecten E.A.Canneman en D.Verheus verrees de Geertekerk weer in volle glorie. Op 1 december 1956 werd zij weer in gebruik genomen als kerk. Sindsdien is de Geertekerk de thuisbasis van de Remonstrantse Gemeente Utrecht.
Bij de laatste restauratie is de binnenruimte van de kerk enigszins aangepast aan de wensen van de Remonstrantse Gemeente. Van de kerkruimte werd een hal afgescheiden door een nieuwe, stenen wand op te trekken tussen de meest westelijke pijlers van het middenschip. In de kerk werd een vloerverwarming aangelegd en de in 1954 nog aanwezige grafstenen werden verzameld in het koor en de zijkapellen. In 1980 is een invalidentoilet in de noordelijke kapel tegen de toren aangebracht en later is in de zuidelijke kapel een verdiepingvloer aangebracht om huisvesting van een kerkelijk bureau mogelijk te maken. Alle thans in de kerk aanwezige inventarisstukken zijn aangekocht of geschonken ná de restauratie van 1954.
Sinds 2012 wordt de verhuur en exploitatie van de Geertekerk verzorgd door Heirloom. Na een grondige verbouwing in 2015 beschikt de kerk over twee ruime foyers, perfecte licht- en geluidstechniek en een professionele keuken, optimaal ingericht voor het bedienen van grote groepen.